Historie park

In 1892 ontwierp tuinarchitect Leonard Anthony Springer De Nieuwe Oosterbegraafplaats in de toen nog zelfstandige gemeente Watergraafsmeer. Deze begraafplaats verving de te klein geworden Ooster Begraafplaats (op de plaats waar later het Koninklijk Instituut voor de Tropen gebouwd zou worden). Voor het ontwerp van de begraafplaats was een prijsvraag uitgeschreven door de gemeente Amsterdam.

Ontwerp en visie van Springer
Leonard Springer had een duidelijk idee over zijn begraafplaats en gaf zijn ontwerp het motto ‘stof’ mee. Hij schreef: ‘Het moet niet somber en droefgeestig zijn, opdat men niet huivere erheen te gaan. Men trachte er de natuur in haar lieflijkste eenvoudige vormen weer te geven. Want het is de plaats waar men het lichaam teruggeeft aan de aarde waaraan het ontleend werd.’

Springer heeft, na het winnen van de prijsvraag in 1889, het ontwerp verder uitgewerkt. In zijn plan koos hij voor de gemengde stijl: een landschappelijk park, met daarin twee geometrische kernen. Hij ging uit van een vrij sobere, rustige invulling. De aanleg werd asymmetrisch van opzet, afgesloten van de buitenwereld door een beplantingsrand. In het ontwerp heeft Springer een aula en een mausoleum/crematorium voorgesteld, als hoogtepunten in het ontwerp. Deze zijn echter nooit op die plek gerealiseerd. Waarschijnlijk zullen financiële overwegingen en de toenmalige wettelijke regelingen de reden zijn geweest om van de bouw van het crematorium en het mausoleum af te zien. Aan Springer werd gevraagd om een alternatieve invulling te geven aan dit gebied. In plaats van de symmetrische bebouwing van het crematorium en mausoleum werden toen bomen aangeplant rondom een middengazon.

In 1914 was het oudste deel van de begraafplaats vol en werd Springer opnieuw benaderd om een eerste uitbreiding te ontwerpen. Amsterdam groeide snel. Er waren in die tijd nog geen andere grote begraafplaatsen in de stad. Het gevolg was dat in 1928 de begraafplaats opnieuw moest uitbreiden. Een tweede uitbreiding werd gerealiseerd en beslaat het achterste deel van het park dat in de volle lengte aan de Zaaiersweg grenst. Dit gedeelte is niet meer door Springer ontworpen maar door een onbekende ambtenaar van de gemeente Amsterdam. Daarna zijn nog twee kleinere uitbreidingen toegevoegd aan het gedenkpark waardoor De Nieuwe Ooster sinds 1954 de huidige contouren heeft met een oppervlakte van 33 hectare.